Voordat iedereen internet gebruikte, waren GIF-afbeeldingen populair op diensten als CompuServe. Mensen konden er kleine afbeeldingsbestanden mee maken, wat belangrijk was toen 2400 bps als een snelle verbinding werd beschouwd. Maar toen begon Unisys licentiekosten te vragen voor het gebruik van zijn gepatenteerde compressie-algoritme.
Dit maakte de mensen boos. Ze gingen Unisys niet betalen om hun afbeeldingen te plaatsen. JPEG werkte niet goed op de computers van de jaren negentig. TIFF was zo overladen met functies dat het hetzelfde probleem had.
Een groep ontwikkelaars uitte hun frustratie door een nieuw, licentievrij formaat te creëren dat eenvoudig maar krachtig was. Ze noemden het PNG, wat Portable Network Graphics betekent. Je kunt het uitspreken als "P-N-G" of "ping". In tegenstelling tot GIF, dat beperkt is tot 256 kleuren, ondersteunt het volledige kleuren en grijstinten.
De eerste versie van de formaatdefinitie kwam uit in 1996. Het bestandstype gebruikt de extensie .png.
In 2003 werd het formaat een ISO-standaard, met enkele kleine herzieningen in 2004. Het is in wezen hetzelfde als PNG 1.2. Sindsdien is het formaat niet meer veranderd.
Alle webbrowsers die afbeeldingen ondersteunen, kunnen PNG-bestanden weergeven.